Fioretti College Veghel

Een Elfje

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn telefoon ligt in mijn kluisje.
  • Ik zit op mijn plek zoals aangeven op de plattegrond.
  • Ik ben stil als de docent praat.
  • Ik steek mijn vinger op als ik een vraag heb. 

Slide 2 - Tekstslide


Wat gaan we doen?

  • 10 minuten lezen.
  • Uitleg over een elfje (gedicht).
  • Voorbeelden van elfjes lezen,
  • LessonUp
  • Zelf een elfje schrijven.
  • Afsluiten.

Slide 3 - Tekstslide

Verloren
op straat
in de bosjes
liggend in een plas
zwerfkapje...

Slide 4 - Tekstslide

Elfje:

sneeuw
wit tapijt
op donkere aarde
nog even niet betreden
ongereptheid


Slide 5 - Tekstslide

Elfje:
krokus
kom op
wees niet bang
kom maar te voorschijn
lente

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Dozen
geel, blauw
volg de pijlen
alles voor je huis
Ikea

Slide 10 - Tekstslide

Het bedenken van een elfje stimuleert je creatieve denkvermogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar

Slide 12 - Tekstslide

Wat ga je doen?

Je gaat een elfje maken:

De eerste regel heeft 1 woord, 
De tweede regel heeft 2 woorden,
De derde regel heeft 3 woorden
De vierde regel heeft 4 woorden 
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..

Slide 13 - Tekstslide

Het stappenplan:

Stap 1: Neem een ding, dier of mens in je hoofd waarover het gedicht zal gaan. Kies een eigenschap dat hierbij past en schrijf dit in 1 woord op. Bijvoorbeeld de kleur, het karakter, de geur, de smaak etc.

Stap 2: Schrijf in 2 woorden bij wie of wat die eigenschap hoort.

Stap 3: Waar is het ding, dier of mens?

Stap 4: Stel een vraag over waar de eerste drie regels over gaan.

Stap 5: Wat zegt het, welk geluid maakt het?

Slide 14 - Tekstslide

Ben je klaar?
Ben je klaar met je elfje dan schrijf je hem netjes op in je schrift. 
Je versiert jouw blaadje zoals jij dat wilt. 


Slide 15 - Tekstslide